Regio Deals naar een nieuw kabinet
Birch reflecteert op Regio Deals: evaluaties en blik op de toekomst
Regio Deals naar een nieuw kabinet
Birch reflecteert op Regio Deals: evaluaties en blik op de toekomst
Laatste blog
Meer informatie
Het is druk rond de Regio Deals. De eerste Regio Deals lopen af en worden geëvalueerd, nieuwe Regio Deals worden voorbereid. En het nieuwe kabinet bereidt de opvolger van de Regio Deal voor. En juist bij de bekendmaking van de plannen van het nieuwe kabinet kwam de Rekenkamer met een over evaluatie van het instrument Regio Deal.
Op 15 mei 2024, midden in de formatieperiode, publiceerde de Algemene Rekenkamer haar rapporten van het verantwoordingsonderzoek bij de jaarverslagen van de ministeries. Een interessante timing, want de dag na die publicatie is het hoofdlijnenakkoord gepubliceerd.
Eén van de onderwerpen die in het rapport over het jaarverslag van BZK onder de loep werd genomen, was het extra geld voor de Regio Deals. Zeker gezien het besluit van het kabinet om de Regio Deals door te zetten (in de vorm van Strategische investeringsagenda’s), zijn de conclusies van het rapport van de rekenkamer interessant:
- Samenwerking in de regio is een resultaat van Regio Deals
- Er is wel zicht op projecten, niet op de ontwikkeling van de brede welvaart
- Niet duidelijk of met name ‘kwetsbare regio’s’ profiteren van Regio Deals
- Incidenteel geld van Regio Deals lost structurele problemen niet op
Het oordeel van de Rekenkamer over het gevoerde beleid rondom de Regio Deals wordt als matig beoordeeld.
Als Birch monitoren en evalueren we al sinds 2019 de totstandkoming, governance en effecten van Regio Deals. Vanuit onze ervaring bij Regio Deals reflecteren wij kort op de conclusies die de Rekenkamer trekt.
Samenwerking in de regio is een resultaat van Regio Deals
Samenwerking in de regio is een resultaat van Regio Deals, zegt de Rekenkamer. Ondanks dat er zicht is op projecten, zien wij dat het nog niet is aangetoond dat de gevormde coalities zonder Regio Deal-middelen doorgaan met het produceren van meerwaarde. Daarbij geven we wel aan dat één van de doelen was om een gelijkwaardige samenwerkingsrelatie tussen Rijk en regio te creëren, maar dat dat in de meeste gevallen niet is gelukt. Regio’s ervaren de relatie met het rijk nog altijd voornamelijk als een verantwoordingsrelatie en in zeer beperkte mate als constructieve samenwerkingspartner.
Wel zicht op projecten, niet op de ontwikkeling van de brede welvaart
Macro-monitoring, voor micro-ingrepen. Hoewel het bij een Regio Deal niet om kleine bedragen gaat – tussen de 5 en 130 miljoen – en een looptijd van vier jaar niet heel kort is, is het een illusie directe verandering in de Brede Welvaart waar te nemen. Brede welvaart wordt gemeten aan de hand van 42 (CBS), of 18 (RaboResearch) indicatoren. Worden die indicatoren over de afgelopen jaren bekeken dan is te zien dat er (1) weinig verandering over de jaren is en (2) relatief weinig verschil is tussen de regio’s. Gezien de grote verschillen die er in de praktijk wél zijn tussen de regio’s (denk aan woningvoorraad, economische structuur, demografie, etc., etc.), kunnen we concluderen dat het maken van verschil in de brede welvaart een proces van een zeer lange adem is. En daarmee dat het niet realistisch is om te verwachten dat er binnen vier jaar met een beperkt budget statistisch zichtbare impact wordt gemaakt op de brede welvaart.
Dat neemt echter niet weg dat het niet mogelijk is om ingrepen te doen die brede welvaart helpen te doen groeien. Hier moet dan wel een goede beleidstheorie onder liggen (theory of change), waarbij wordt gemonitord op output van het beleid. Monitoring op impact is nagenoeg zinloos, want voordat dat zichtbaar is zijn er in meerdere tientallen jaren allerlei projecten vanuit allerlei hoeken gestart, waardoor toewijzing aan het ene of het andere project onmogelijk wordt.
Niet duidelijk of ‘kwetsbare regio’s’ profiteren van Regio Deals
Uit door Birch gedane evaluaties blijkt dat sommige kwetsbare regio’s zeker profiteren. Regio Deals vergen per definitie dat er al een vorm van organisatie is bij de start, want anders is er geen Deal te sluiten. Meerdere Regio Deals bij de eerste tranches konden snel tot stand komen omdat er al een ingelopen organisatie was. Maar er zijn ook veel deals gesloten met kwatsbare regio’s die stappen hebben kunnen zetten, mede dankzij een samenwerking met nieuw elan. Ze hebben de samenwerking geïntensiveerd en een basis gelegd voor de periode na de Deal. In onze evaluaties zijn we daarom niet alleen geïnteresseerd in de investeringen die mogelijk zijn geworden, maar ook in de samenwerking die is ontstaan en de governance die is gekozen. En het resultaat dat dat een regio oplevert. Natuurlijk is het lastig te meten en is het nog onduidelijk waar je exact op zou moeten letten, zeker omdat hetgeen wat nodig is in iedere regio verschilt. De variatie aan indicatoren en wijze van monitoren is daarom groot.
Incidenteel geld van Regio Deals lost structurele problemen niet op
Deze waarneming herkennen we ten dele. Wel vinden wij dat deze conclusie voor het gehele instrument van de Regio Deals te ver gaat. Het klopt dat er Regio Deals zijn waarin projecten zijn gestart die na het ophouden van de Regio Deal tot stilstand komen. Het feit dat er op verschillende plekken is geïnvesteerd in woningen, er is geïnvesteerd in kennis en er is geïnvesteerd in samenwerking, betekent dat daar de bodem vruchtbaarder is geworden voor verdere ontwikkeling. We kunnen met redelijke zekerheid zeggen dat de Regio Deal de uitgangspositie van de verschillende regio’s heeft versterkt. Niet in alle gevallen, maar deze conclusie over het gehele instrument Regio Deal trekken gaat onzes inziens te ver.
De toekomst: wat zegt het hoofdlijnenakkoord?
In het hoofdlijnenakkoord wordt het volgende gezegd over de Regio Deals:
‘Er wordt geïnvesteerd in structurele samenwerking met de regio. De bestaande regiodeals worden in overleg met het bedrijfsleven, kennisinstellingen en decentrale overheden uitgebouwd tot strategische investeringsagenda’s met afspraken over wonen, bereikbaarheid, onderwijs en economie. Belangrijke gezamenlijke programma’s zoals het ‘Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid’ en ‘Elke Regio Telt’ worden doorgezet. Nederland beschouwt het Caribisch deel van het Koninkrijk als waardevol.’
Het nieuwe kabinet wil zijn blik meer dan het vorige richten naar de regio, en wil het instrument van de Regio Deals doorzetten. Er worden méér doelen aan opgehangen – maar zonder extra budgetten, zo lijkt het vooralsnog. Hoewel er nog een hoop vrijheidsgraden zijn in de tekst van het HLA, zien wij al wel een aantal opvallendheden.
Toekomst van de Regio Deals: Strategische investeringsagenda’s
Ten eerste valt op dat de Regio Deals niet meer vallen onder het ministerie van Binnenlandse Zaken, maar onder het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Ten tweede zien we dat er geen specifieke middelen zijn voor de strategische investeringsagenda’s. De middelen zijn verdeeld over verschillende posten, die ieder hun eigen uitdaging kennen.
Hoewel er dus nog formeel niets bekend is over de vorm van de strategische investeringsagenda en de mate waarin deze op de nu bestaande Regio Deals lijken, kunnen we op basis van bovenstaande gegevens met gerede zekerheid zeggen dat er een grotere focus op woningbouw en landbouw zal komen. Geld is namelijk al geoormerkt voor die doelen. Dat betekent dat doelen die te maken hebben met bijvoorbeeld economische ontwikkeling, het sociale domein, onderwijs, veiligheid, of grensoverschrijdende samenwerking in een volgende Regio Deal waarschijnlijk véél minder nadruk zullen krijgen. Wel is in de tabel bij het Hooflijnenakkoord de koppeling aan Invest NL interessant, wat in ieder geval de suggestie wekt dat regio’s in hun strategische investeringsagenda mogen verwachten dat Invest NL mee-investeert.
SPUK: Specifieke Uitkering
Tot slot staat het instrument dat is gekozen om het geld van de Regio Deals uit te keren ook ter discussie. Er is bij de eerdere Regio Deals gekozen voor SPUK’s, ondanks dat dit als lastig werd ervaren door de regio’s. Het vraagt namelijk een behoorlijke extra administratie en verantwoording achteraf. Door een veelvoud aan SPUK’s wordt het voor gemeenten moeilijker om beleid te maken en gemeenten doen daarover regelmatig hun beklag. Ze kunnen de middelen niet gebruiken voor hetgeen op dat moment belangrijk is en het betreft altijd incidentele middelen, terwijl de tekorten op de gemeentebegroting veelal van structurele aard zijn.
De nieuwe coalitie wil daarom de specifieke uitkeringen in het algemeen (SPUK’s) voor gemeenten (dus niet specifiek voor Regio Deals!) sterk terugdringen en overhevelen naar het gemeentefonds. Dit zou moeten gaan om 10% van de totale SPUK’s. Tegelijkertijd wordt het gemeentefonds echter gekort met 638 miljoen euro. Zoals het er nu uit ziet zou dat betekenen dat gemeenten simpelweg minder geld krijgen, terwijl de tekorten op de begroting van structurele aard zijn.