Het effect van PPS-en op arbeidsproductiviteit

Het belang van samenwerking voor toenemende kennisdeling en productiviteit

Het effect van PPS-en op arbeidsproductiviteit

Het belang van samenwerking voor toenemende kennisdeling en productiviteit

Het belang van een productieve samenleving is onomstreden. Zo vergroot het de welvaart en verkleint het de krapte op de arbeidsmarkt. Echter, de arbeidsproductiviteitsgroei in Nederland neemt al twee decennia af en blijft achter bij andere hoge-inkomenslanden (CBS, 2024). Uit onderzoeken naar de oorzaak van de stagnerende arbeidsproductiviteitsgroei in Nederland blijkt er een complex samenspel van factoren te zijn. Een aantal mogelijke verklaringen zijn het opleidingsniveau, de afbouw van gaswinning en de toename van het aandeel bedrijven dat actief is in sectoren met een lagere productiviteit (De Vries & Van Leeuwen, 2024; Nederlands Comité voor Ondernemerschap, 2024; OESO, 2023). Ongeacht de oorzaak blijft overeind dat een toename in de groei van arbeidsproductiviteit gewenst is.

Aandacht vanuit de overheid

De wens voor arbeidsproductiviteitsgroei wordt onderschreven door de aandacht die dit onderwerp krijgt vanuit de overheid. Zo werkt het kabinet aan een productiviteitsagenda en heeft secretaris-generaal Sandor Gaastra (Economische Zaken) zijn jaarlijkse nieuwsartikel in het ESB aan dit onderwerp gewijd. In het artikel, getiteld “Stimuleren productiviteit peloton verhoogt welvaart én beperkt herverdeling”, richt hij zich op middenproductieve bedrijven (het peloton) (Gaastra, 2025). Hun productiviteitsgroei blijft namelijk achter bij die van hoogproductieve bedrijven (de koplopers).

De secretaris-generaal benoemt haperende kennisdiffusie als oorzaak hiervan. Hiermee wordt verwezen naar de kennis die bijdraagt aan een hoge arbeidsproductiviteit bij de koplopers en niet voldoende wordt overgedragen aan het peloton. Kennisdiffusie hapert in Nederland onder andere door het toenemende belang van immaterieel kapitaal en onvoldoende scholing tijdens het werkzame leven (Leven Lang Ontwikkelen), zo betoogt de secretaris-generaal.

De verschuiving van het belang van fysiek kapitaal naar immaterieel kapitaal zoals software, AI, organisatiekapitaal en procesinnovatie bemoeilijkt het peloton in het herhalen van de productiviteitsverhogende innovaties van de koplopers. Deze innovaties vereisen namelijk kennis, en dat is lastiger te kopiëren dan fysiek kapitaal (De Ridder, 2019). Daarnaast vereisen dit type innovaties enige absorptiecapaciteit – kennis moet worden opgedaan, begrepen en toegepast – om technologische innovaties effectief te implementeren. Dit is lastiger voor kleinere bedrijven. Ook vereisen dit type innovaties relatief hoge investeringen die vaak lastig zijn op te brengen voor middenproductieve bedrijven. Om deze belemmeringen te overkomen zijn maatregelen mogelijk. Recent hebben we die als Birch verkend.

Birch en arbeidsproductiviteit

Mogelijke manieren om de arbeidsproductiviteit bij (middenproductieve) bedrijven te verhogen is door in te zetten op samenwerking. Samenwerking – in verschillende vormen – leidt er namelijk toe dat haperende kennisdiffusie wordt aangepakt. Samenwerking zorgt namelijk voor kennisuitwisseling en creëert de mogelijkheid om resources (mensen, machines, software) te delen. Dit kan het delen van fysieke resources, zoals machines, maar ook het gezamenlijk uitvoeren van R&D en opleidingstrajecten, en de kostenverdeling onder de samenwerkingspartners omvatten. Op deze manier verlaagt samenwerking de drempel voor investeringen in arbeidsproductiviteitsverhogende innovaties.

Publiek-private samenwerking (PPS) is één van de mogelijke vormen van samenwerking. Hierin werken bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen en andere publieke en private organisaties samen. Birch heeft in opdracht van Katapult – een netwerk van meer dan 550 samenwerkingsverbanden tussen onderwijs en bedrijfsleven – onderzoek gedaan naar de invloed van PPS-en op de arbeidsproductiviteit van de participerende organisaties. Hiervoor is een Theory of Change opgesteld waarin de verwachte effecten van een PPS op de arbeidsproductiviteit zijn beschreven. Vervolgens zijn deze mechanismen getoetst in een aantal casestudies. Met dit onderzoek is voor het eerst systematisch in beeld gebracht wat PPS-en (kunnen) betekenen voor de productiviteit van hun deelnemers.

Hiervoor zijn de effecten van een divers palet aan PPS-en op productiviteit onderzocht. Er is gekeken naar de PPS SEECE waarbinnen onderwijsinstelling, netbeheerders en andere bedrijven samenwerken voor duurzame, betrouwbare en betaalbare elektriciteit. Ook is het CIVON Innovatiecentrum bestudeerd waarbinnen onderwijsinstellingen en bedrijven gezamenlijk experimenten, opleidingen en innovatieprojecten opzetten. CIVON heeft ambieert innovatie, talentontwikkeling en kennisdeling binnen de maakindustrie en gebouwde omgeving in Oost-Nederland te bevorderen. Tenslotte is gekeken naar het Innovatiecluster Noordoostpolder waarbinnen bedrijven samenwerken aan het enthousiasmeren van scholieren en studenten voor de technieksector.

Het effect van publiek-private samenwerkingen 

Uit ons onderzoek blijkt dat bedrijven ervaren dat PPS-en een bijdrage leveren aan een verhoging van de arbeidsproductiviteit. Het effect van deelname aan een PPS op een verhoging van de arbeidsproductiviteit is gemeten op een vijfpuntsschaal die loopt van geen effect (0) tot groot effect (5). Op deze schaal kwam een score van 3,7 wat betekent dat bedrijven een toename in arbeidsproductiviteit ervaren als gevolg van deelname aan een PPS.

Hierbij speelt het stimuleren van innovatie de grootste rol. Zo beoordelen bedrijven de impact van innovatiestimulerende activiteiten binnen een PPS  op de arbeidsproductiviteit met een 4, op een vijfpuntsschaal. Wat betekent dat bedrijven ervaren dat deze activiteiten een hoge impact hebben op de arbeidsproductiviteit. Het stimuleren van innovatie komt vooral door het delen van fysieke resources en het gezamenlijke werken met en aan nieuwe technologieën op een gedeelde locatie. Gezamenlijk nieuw technologieën ontwikkelen levert het meeste op als wordt samengewerkt tussen bedrijven die niet elkaars directe concurrenten zijn. Ondernemers zijn immers niet snel geneigd om hun technologische innovaties te delen met directe concurrenten. Samenwerking in de keten werkt wel: bedrijven durven gemakkelijker de stap te zetten naar innovatie als hun toeleveranciers of afnemers ook om kunnen gaan met de nieuwe technologieën.

Een effectieve samenwerkingsvorm is die tussen onderwijs en bedrijfsleven. Bedrijven noemen expliciet dat de samenwerking met onderwijsinstellingen een arbeidsproductiviteitsverhogende factor is. Het betrekken van studenten in innovatieprojecten leidt namelijk tot de implementatie van nieuwe innovaties, wat resulteert in een toename van de arbeidsproductiviteit.

Daarnaast benoemen mkb-bedrijven dat gedeelde faciliteiten de financiële drempel om te investeren in arbeidsbesparende technologieën verkleinen. Hierdoor hebben mkb-bedrijven – die vaak behoren tot het peloton – de mogelijkheid om aan te haken bij het productiviteitsniveau van de koplopers. Naast het stimuleren van innovatie zorgen PPS-en ook op andere manieren voor een toename in de arbeidsproductiviteit. Dit gebeurt middels kennisontwikkeling bij werknemers (Leven Lang Ontwikkelen) en een versterking van het ecosysteem waardoor kennisdeling wordt bevordert.

Tot slot

Er zijn zorgen over de uitgaven aan onderwijs en onderzoek in Nederland. Toch bereikt veel van de kennis die universiteiten, hogescholen en innovatieve bedrijven bezitten, nu al het peloton van bedrijven niet. De reeds beschikbare kennis kan veel productiever worden ingezet. Wij merken dit op in ons advieswerk bij diverse PPS-en en voor het eerst hebben we het nu ook systematisch op een rij kunnen zetten in een onderzoek.

Toen we in een bijeenkomst met PPS-en dit met hen bespraken, waren ze zelf verbaasd over hun rol op het terrein van productiviteit. Vaak dragen hun activiteiten, al dan niet bedoeld, al bij aan productiviteitsstijging bij deelnemende bedrijven. Dat kan vast nog gerichter. Als méér bedrijven de weg naar een PPS weten te vinden, kunnen ze opeens een belangrijke schakel worden voor de productiviteitsagenda die Nederland nu nodig heeft.

 

Referenties

CBS (2024) Arbeidsproductiviteit neemt steeds minder toe in afgelopen 50 jaar. CBS Statistiek, 8 augustus.

De Ridder, M. (2019) Immateriële productiefactoren kunnen groei van productiviteit afremmen. ESB, 104(4779), 517–519.

De Vries, K., & Van Leeuwen, E. (2024, Oktober 16). Groei Nederlandse productiviteit relatief laag door afbouw gaswinning. ESB.

Gaastra, S. (2025, januari 23). Stimuleren productiviteit peloton verhoogt welvaart én beperkt herverdeling. ESB, pp. 6-9.

Nederlands Comité voor Ondernemerschap (2024) Perspectief op productiviteit: Verdienvermogen mkb nu versterken. Jaarbericht Staat van het mkb 2024. Te vinden op cms.staatvanhetmkb.nl.

OESO (2023) Skills Outlook 2023: Skills for a resilient green and digital transition. OECD Rapport, 6 november. Parijs: OECD Publishing