Aangescherpt economisch beleidskader Provincie Noord-Brabant 2020-2030
Beleidsevaluatie van 10 jaar economisch beleid Provincie Noord-Brabant( 2010-2020) met een doorvertaling naar het nieuwe economische beleidsprogramma 2020 – 2030
Aangescherpt economisch beleidskader Provincie Noord-Brabant 2020-2030
Beleidsevaluatie van 10 jaar economisch beleid Provincie Noord-Brabant( 2010-2020) met een doorvertaling naar het nieuwe economische beleidsprogramma 2020 – 2030
Meer informatie
Birch heeft samen met ERAC en Buck Consultants International de evaluatie van het Noord Brabantse economisch beleid over de periode 2010-2020 geëvalueerd. Samen hebben we toegewerkt naar aanbevelingen voor het economisch programma van de komende tien jaar.
De provincie heeft de afgelopen tien jaar een bepalende invloed gehad op het versterken van de economische clusters in Brabant. We adviseren deze lijn de komende jaren door te zetten en tegelijk meer aandacht te schenken aan het inzetten van innovatieve oplossingen en kennis ten gunste van maatschappelijke opgaven. Daarin zal Brede Welvaart meer centraal moeten staan en liggen er regionaal kansen om meer dan de Brainport door te ontwikkelen.
Klik hier voor een totaaloverzicht van de aanbevelingen en de statenstukken.
Aanleiding
Om verantwoording af te leggen over gevoerd economisch beleid tussen 2010-2020 is op verzoek van de Provinciale Staten van Noord-Brabant een beleidsevaluatie in gang gezet. In de daaruit volgende adviezen moest tevens de relatie gelegd worden met het inmiddels ingezette nieuwe economische programma 2020-2030 waarbij de focus ligt op missiegedreven innovatie en brede welvaart.
Proces
Een evaluatie van ne beleidsprogramma (dus niet een individueel instrument) over een lange periode is onderzoekstechnisch een uitdaging. Maar we hebben een passende aanpak neer kunnen zetten. Samen met onze partners ERAC en BCI hebben we allereerst de kaders bepaald waarop de beleidsevaluatie kon plaatsvinden. We kijken meer dan tien jaar terug in de tijd en in de periode is de (economische) situatie van Noord-Brabant flink gewijzigd. Dit vroeg om een Theory of Change met indicatoren waarop we het beleid konden beoordelen. Het economisch programma bestond uit twee algemene pijlers: instrumenten voor het stimuleren van breed mkb en het verbeteren van vestigingsfactoren, zoals bedrijventerreinen/ campussen; investeringsfondsen en arbeidsmarktbeleid. Daarnaast is er specifiek beleid gevoerd om een aantal onderscheidende clusters sterker te maken (Hightech sector; Life Sciences & Health; Maintenance; Agrofood sector; Logistiek; Biotech Sector).
We hebben op basis van deskresearch (waaronder evaluaties die halverwege het programma zijn uitgevoerd) en interviews met belangrijke stakeholders (gemiddeld zo’n vijf interviews per cluster) en met betrokken beleidsadviseurs een invulling gegeven aan indicatoren die iets zeggen over succes of leerpunten. Tevens hebben we een kwantitatieve analyse uitgevoerd om de effecten van het gevoerde beleid te meten. Gedurende het gehele traject is er een begeleidingscommissie geweest die op regelmatige momenten inhoudelijke feedback gaf op tussenproducten. Tevens is de verantwoordelijke gedeputeerde op mijlpaalmomenten geïnformeerd.
Resultaten en conclusies
De oplevering was een uitgebreid evaluatierapport (in word) met diverse bijlagen met gedetailleerde analyses. Eindconclusie was dat de provincie Noord-Brabant in de periode 2010-2020 welvarender is geworden en een substantiële economische groei heeft doorgemaakt die mede door het beleid van de Provincie is gerealiseerd. De provincie heeft op verschillende manieren bijgedragen met interventies: op kennisgebied; innovatie; zorgen voor financiële middelen en stimuleren van netwerkvorming/leiderschap. Die laatstgenoemde rol heeft de provincie met name in de laatste jaren van het programma gespeeld, en de effecten worden nu zichtbaar. De resultaten van het beleid zijn alleen niet evenredig verdeeld over de provincie. Met name de Brainportregio is in staat geweest veel profijt te hebben van de beschikbare middelen. De andere regio’s in Brabant zijn hier pas meer recent van aan het profiteren. Ook is bij het arbeidsmarktbeleid pas recent omgeschakeld van een uitgangspunt dat er te weinig werk was voor het beschikbare arbeidspotentieel naar de realiteit van arbeidskrapte.
De clusteraanpak heeft bijgedragen aan economische groei, maar niet ieder cluster was in staat om vol te profiteren van beschikbare middelen. Dit had te maken met de kwaliteit van de netwerken en het leiderschap in betreffende clusters. Ook heeft het mkb onvoldoende geprofiteerd van het clusterbeleid, omdat innovaties bij kennisinstellingen soms nog te ver van verwaarding waren of alleen geschikt voor grote bedrijven. Dit houdt ook in dat de omschakeling naar innovatiecoalities in het nieuwe beleid om dezelfde randvoorwaarde zal vragen: is er in de volle breedte van economische en maatschappelijke activiteiten een sterk genoeg netwerk om met goede voorstellen te komen? En is er voldoende uitvoeringscapaciteit om het mkb nauw te betrekken? Hier moet eerste de basis voor worden gelegd om te voorkomen dat de effecten niet over geheel Brabant verspreid worden.
De provincie heeft zelf op basis van ons advies wijzigingen aangebracht in haar nieuwe beleidsprogramma. De provincie zet zich bijvoorbeeld meer in om de benodigde uitvoeringscapaciteit te organiseren en om aan netwerken en het betrekken van mkb te werken:
“Aanbeveling 2. Om de enorme groei aan nieuwe kennis en innovaties ook terecht te laten komen bij het MKB (binnen en buiten de clusters), is veel (regionale) uitvoeringscapaciteit noodzakelijk. Er zijn meerdere organisaties maar nog onvoldoende bereik. Dat vergt afstemming tussen clusters, regio’s, fondsen (en topsectoren).”